In sneltreinvaart richting 2026
Hiva Oa heeft een vliegveld waar de aankomst- en vertrektijden in stift op een schoolbord worden geschreven. Een paar vluchten per week. In de ‘vertrekhal’ de geur van frangipani en tiari, van de bloemenkransen van medepassagiers. En dan zijn we ineens los van de grond, los van het ritme van de eilanden, los van maanden zachtjes wiegen op het water.
Vlucht nummer twee en drie. Vliegen is vaak vooral wachten. Helemaal met een man die houdt van heel erg op tijd zijn... 😉Poging tot dutten op 40.000 voet. San Francisco. Overstappen. Rijen. Mensen met rolkoffers en laptoptassen. Washington DC. Autootje. Hotel. Jetlag. Snelweg. Beboste heuvels. Herfsttinten. Boerderijen. Graansilo's. Pennsylvania.
Bij Joris en Julia voelt alles tegelijk nieuw en bekend. Hun huis. Hun ritme.
We kijken en ervaren een déjà vu naar een vorig leven. Werk. Boodschappen. Schema’s. Kinderen naar opvang brengen. “Dit hadden wij ook,” zeggen we tegen elkaar. De cirkel sluit zich ongemerkt.
En Lucy. Twintig maanden. Klein. Lief. Schattig. Eigenwijs. Een dame met een willetje.
Ze leert Engels en Nederlands, en wij doen een beetje van alles. Gek op Mickey Mouse én Moana. We kenden de film niet. Maar Joris zei: “Ze is er gek op.” Dus kwam er een Moana-pop. Gehaakt. En op Fatu Hiva maakten Eric en Simon een kleine peddel. Met inscriptie. Voor Lucy.
Pas in Amerika zien we de film. Meerdere keren. 😉 En we kijken elkaar aan. Die eilanden. Die bergen. “Dit lijkt op de Marquises.” Fictie en werkelijkheid schuiven even over elkaar heen.Als we haar kamer roze hebben geschilderd en ze terugkomt van het kinderdagverblijf, aaien haar handjes langs de muur. De knuffel moet ook kijken. Mooi.
We gaan een paar dagen weg. Philadelphia. Huis oppassen. Hond. Twee katten. Midden in de stad. Twee jaar geleden lagen we hier met de boot. Zes weken. We lopen langs de plek waar we toen lagen. Dezelfde winkels. Andere tijd.
Terug bij Joris en Julia vieren we Thanksgiving. Een grote kalkoen. En daarna Sinterklaas. We kijken het Sinterklaasjournaal en Lucy roept elke keer: “Piet! Piet!” En natuurlijk wordt de schoen gezet.
De kerstboom gaat aan. Alles door elkaar. Zoals het leven nu ook is.
Nog een keer vliegen. Een afscheid, maar voor even. In april zijn we terug!
![]() |
Nederland voelt vertrouwd. En anders.
Twee huishoudens die tijdelijk in elkaar schuiven. Iedereen krijgt zijn eigen plekje, maar dat van Wouter en Lyan is nog een bouwplaats. De benedenverdieping is compleet gestript. En wordt nu weer opgebouwd.
Wouter is handig geworden. Heel handig. Soms corrigeert hij zijn vader zachtjes bij een boormachine. Kleine jongens zijn ineens groot. De cirkel is ook hier voelbaar.
Overal staan spullen. En minstens drie keer per dag zegt iemand: “Hé, weet jij waar dit ligt?” Nee. Geen idee. Het is ergens. Vast.Er is een knoop doorgehakt. Een plek voor Wouter en Lyan. En ons eigen stekkie in Nederland. Fijn.
We zien vrienden en familie. Afscheid nemen en weerzien lopen door elkaar heen. Het fijne is: dit afscheid duurt nog even. We zijn hier nog een tijd.
Is dit pauze? Het is onderweg zijn, in een ander tempo. Met indrukken die nog geen plek hebben. Met dankbaarheid die soms ineens opduikt. Met een lichte moeheid die erbij hoort.
De sneltrein dendert door. Wij zitten erin en genieten van het uitzicht.. 😊
Mare Liefs,
Karin















Reacties
Een reactie posten